Er bestaan zo’n tien soorten voegwerk waarvan de platvolle voeg tegenwoordig het meest wordt toegepast. Voor het aanzicht van een woning is het voegwerk een belangrijk element; de vorm en kleur bepalen in grote mate het uiterlijk en karakter van de gevels.
Alle voorkomende voegsoorten kunnen wij voor u verzorgen. Wij zijn u graag van advies welke kleur en voegsoort bij uw woning het beste tot z’n recht komt.

Vanaf de middeleeuwen kende men twee voegsoorten: de platvolle voeg en als variant hierop werd ook wel een streep door het midden aan toegevoegd (platvolle voeg met dagstreep). Toen werd het voegen gelijktijdig met het metselen gedaan, d.w.z. dat de afwerking van het voegwerk met de metselspecie werd uitgevoerd. Bij de platvolle voeg werd de uitpuilende specie eerst afgestreken met een troffel en daarna met een voegijzer glad gestreken, de dagstreep werd toegepast om het voegwerk wat meer regelmatig te doen lijken.
Het metselen en voegen in één arbeidsgang wordt ook wel doorstrijken genoemd, hierbij vormen de metsel- en voegspecie één geheel. Het voegen zoals het tegenwoordig wordt uitgevoerd, het navoegwerk, ontstond in de 17de eeuw. Vanaf toen konden er voegmortels worden gebruikt die een andere samenstelling en kleur hadden dan de originele metselspecie. Deze werkwijze had een grote invloed op het aanzicht van gevels omdat dit zorgde voor het onstaan van de verschillende soorten voegwerk zoals knipvoeg en snijvoeg.
Een nieuwe voeg geeft uw woning meerwaarde
De snijvoeg werd vooral in de 17de en 18de eeuw gekozen door rijke mensen. Deze voeg werd veel toegepast in grachtenpanden in de steden, op het platteland komt deze minder vaak voor. Kenmerkend aan de snijvoeg is dat deze dun is en niet voor de gevel uitstaat.
De knipvoeg ontstond uit de snijvoeg en werd vooral in de 19de eeuw toegepast. De knipvoeg steekt enkele millimeters voor het metselwerk uit en valt iets over de rand van de steen. Hierdoor valt het voegwerk meer op en worden grillig gevormde stenen minder grillig.
De verdiepte voeg en schaduwvoeg zijn voegsoorten die later in gebruik komen. De bouwstijl Amsterdamse School die aan het begin van de 20ste eeuw ontstond heeft vaak metselwerk met verdiepte voegen of schaduwvoegwerk.
Door de speciale vorm zijn schaduw voegen minder aan regen bloot gesteld dan platvolle voegen. Door hun schuin aflopende kant voeren ze het regenwater beter af dan verdiepte voegen en bij veel gebouwen uit die periode zijn ze nog in goede staat.
volgende pagina —> knipvoeg / snijvoeg